donderdag 18 juni 2015

Mijn kind liegt

Mijn zoon is 8. Hij liegt geregeld. Het is een groeiende zorg. Een aangeleerd gedrag waar wij nog geen vat op hebben gekregen. Reden dus om ons er meer in te verdiepen. In een volgende blog zal ik schrijven over hoe we dit hebben toegepast.


Vragen om jezelf te stellen

  1. Liegen levert je kind wat op. Probeer te achterhalen wat het hem oplevert. Kan die behoefte op een andere manier ingevuld worden?
  2. Evalueer je opvoeding. Evalueer je relatie met en de manier waarop je met je kind omgaat. Welke invloed heeft dat mogelijk op het gedrag van je kind?

Redenen om te liegen: het levert het kind iets op, zoals

  • status, sociaal aanzien, je mooier en groter voordoen dan je bent
  • aandacht, dat er naar je geluisterd wordt
  • straf ontlopen
  • gemakzucht, geen zin in gedoe, vergeten zijn hoe een en ander precies is verlopen
  • iets hebben dat hij anders niet had gehad
  • iets doen wat hij anders niet had mogen doen
  • iets niet doen wat hij anders wel had moeten doen
  • vriendschap, loyaliteit, erbij horen

Andere redenen om te liegen: 
  • onverschilligheid
  • schaamte
  • zichzelf of een ander willen beschermen
  • een geheim moeten bewaren
  • aan verwachtingen moeten voldoen
  • als coping-mechanisme: een manier om om te gaan met een bepaalde situatie, met de eigen gevoelens of die van een ander

Wat je kunt doen om de kans op liegen te minimaliseren:
  • Blijf kalm!! Als je kind een grens overschrijd, beheers je eigen woede. Neem desnoods zelf een time-out zodat je emotioneel tot rust kunt komen en na kunt denken over wat je wilt zeggen en hoe je wilt reageren. 
  • Begin met 'Ik ga je iets vragen. Ik wil dat je belooft dat je eerlijk antwoord geeft.' Zo verhoog je de kans dat je een eerlijk antwoord krijgt. 
  • Zeg 'Het maakt mij erg blij als je eerlijk tegen mij bent. Dan ben ik trots op je. Iedereen maakt wel eens een verkeerde beslissing of doet iets fout. Er is moed voor nodig om dan eerlijk te zijn. En als je die moed laat zien maakt dat mij blij.'
    Elk kind zoekt de waardering van zijn ouder(s) - als je alleen belooft dat je kind geen straf krijgt als het eerlijk is, loopt je kind nog steeds het risico dat je teleurgesteld bent als hij eerlijk is. 
  • Geef zelf het goede voorbeeld. Denk aan verantwoordelijkheid nemen voor je eigen daden. Maar ook aan 'leugentjes om bestwil' en beloftes die je maakt, maar misschien niet na kunt komen.
  • Lok het liegen niet uit. Weet je dat je kind iets gedaan heeft, constateer dit dan in plaats van je kind ernaar te vragen. Dus 'Je mag je broer niet slaan. Gebruik je woorden', in plaats van 'Heb jij je broer geslagen?'
  • Evalueer je eigen patroon van straffen - straf je veel of snel? Dat werkt liegen in de hand. 
  • Laat zoveel mogelijk weten en ervaren dat je van je kind houdt.
  • Stel open vragen (wie, wat, waar, hoe, wanneer). Geef je kind de gelegenheid zijn verhaal te doen. Achterhaal de behoefte.
  • Benoem de gevoelens van je kind en accepteer deze. Gevoelens zijn wat ze zijn, ook al vind je het zelf onterecht, overdreven of kinderachtig etc. Help je kind door die emoties heen door er te zijn, ze te benoemen, er samen doorheen te ademen tot de rust is wedergekeerd, door te luisteren en eventueel erover te praten.
  • Geef duidelijke grenzen aan. Als een grens wordt overschreden hoef je niet boos te worden. Laat je kind leren van de consequenties. Wees empathisch: leren door ervaring is effectief, maar niet leuk.
  • Betrek je kind bij het oplossen van het incident van de leugen. Hoe kunnen ze het weer goed maken? Ondersteun ze, geef een compliment als het lukt. 




Wat de kans op liegen juist vergroot:

  • Straf geven. De boodschap van straf is 'zorg de volgende keer dat je niet gepakt wordt'. 
  • Heel boos of emotioneel reageren als je kind een grens overschrijd.
  • Verbaal allerlei verwijten maken, je kind kwetsen als het een grens overschrijd.
  • Publiekelijk je kind terechtwijzen waardoor het zich vernederd voelt.
  • Te controlerend zijn, te bepalend, te weinig beslissings-/ bewegings-/ ervaringsvrijheid bieden zodat het kind er stiekem naar op zoek gaat.
  • Angst dat je niet meer van je kind houdt als het zich niet gedraagt zoals je wenst. 
  • Een laag gevoel van eigenwaarde, het gevoel dat je toch niet deugt dus wat maakt het uit.
  • Als je zelf ook liegt - hoe goed bedoeld ook.
  • Als een kind emotioneel in de knoop komt omdat het de vertrouwen in een van de ouders verliest.
  • Als je het liegen uitlokt door te vragen naar iets wat je al zeker weet. Constateer liever wat je weet en begrens het gedrag. 'Wat jammer dat je dat hebt stuk gemaakt. Wat nu?' in plaats van 'Heb jij dit stuk gemaakt?' 
  • Als je de leugen tegenspreekt. Hoe vaker een kind een leugen hardop herhaalt, hoe meer hij die leugen zelf zal gaan geloven. Elke mondelinge herhaling versterkt de leugen. Beter dus om de leugen te negeren en je te richten op de waarheid. Dus niet 'Je weet dat je je tanden niet gepoetst hebt', maar 'Ga je zelf je tandenpoetsen of heb je wat hulp van mij nodig?'

Onthoud:
Kinderen hebben onze liefde het meest nodig wanneer ze die het minst verdienen!



Bronnen:

Hoe ga jij om met liegen? 

2 opmerkingen: