maandag 16 september 2013

Boosheid - een verterend vuur

Ik ben boos.
Ik ben enorm gekwetst. Diep gekwetst. Ik voel mij verraden, aan de kant gezet, niet gewaardeerd.

Foto source
Ik heb moeite om die boosheid los te laten. Oftewel, te vergeven.

De boosheid begint bij het incident. Bij de persoon die mij enorm, tot in mijn ziel, gekwetst heeft. Die een mes in mijn rug gestoken heeft. 
De tijd verstrijkt en de boosheid groeit en waaiert uit. 
Eerst naar het team waar men, door stil te zwijgen, het laat gebeuren. Ik voel mij ook door hen verraden en in de steek gelaten.
Terwijl de klok doortikt laait het vuur door, wordt steeds groter, steeds verwoestener. Het grijpt nu in de relaties met andere gemeenteleden. Omdat zij deel uitmaken van dezelfde gemeente. Guilty by association. Medeplichtig. Het verteert iedere mogelijkheid tot normaal contact. Bij elke interactie brand het op de achtergrond en steeds meer op de voorgrond.
Mijn muren zijn gebouwd. In contact met anderen gedraag ik mij stekelig als een stekelvarken. Afstandelijk en afwerend. Anderen weten niet waarom noch hoe ze zich moeten opstellen. Ik schep afstand door mijn gedrag en verwijt hen vervolgens dat ze afstand nemen zonder de moeite te nemen om zich af te vragen of er misschien een reden is voor mijn veranderd gedrag. Ik verwijt hen hun stilte en gebrek aan betrokkenheid. Als ze echt om mij gaven zouden ze meer moeite doen, denk ik dan. En zo ben ik teleurgesteld in hun passiviteit. Boos.

Don't you DARE touch me!
Foto source
En mijn passiviteit? Ik zou toch zeker niet de eerste stap hoeven zetten? Zij hebben mij onterecht behandeld, niet andersom! 
Ik verwijt de boosdoener zijn gebrek aan initiatief om een gesprek aan te gaan. Lekker makkelijk... Hij ontloopt mij (het probleem) liever. Lafaard.
Ik wil niet inzien dat ik mij zelf ook als een lafaard gedraag doordat ik niet met hem ga praten. Ik zit met dit probleem en ik ben bij machte er iets aan te doen, maar ik doe het niet omdat ik principieel vind dat hij de eerste stap moet zetten. Realiseer ik mij eigenlijk wel dat ik hem - de vijand - hierdoor de touwtjes van mijn leven in handen geef? Dat ik hem de sleutel geef voor mijn geluk?
Stiekem ben ik bang. Bang om de confrontatie opnieuw aan te gaan. Bang om opnieuw gekwetst te worden. Bang voor de manier waarop ik misschien reageer: onbeheerst boos of, erger, kwetsbaar en in tranen. Nee, dat gun ik hem niet. Ik gaf je een blik op mijn hart, mijn ziel en je hebt dat vertrapt. Waarom zou ik je de gelegenheid geven om dat nog eens te doen? 
Dus ik ben ook een lafaard.
Foto source

Woede vereenzaamt. Eerst luisteren mensen nog wel, maar na een tijdje willen ze het niet meer horen. Laat het gaan, het is voorbij en je veranderd er toch niets aan. 
Woede vereenzaamt ook omdat de groep mensen waarop ik boos ben steeds groter wordt. 
Het veterend vuur grijpt in het wilde weg om zich heen. Het slaat om zich heen en raakt steeds meer mensen.
Kleine verschillen die ik normaal over mij heen liet gaan, voelen groter. Alsof ik alles nu onder een vergrootglas zie - een vergrootglas die vooral de verschillen, problemen en onverenigbare zaken uitlicht.

En omdat ik dat ene niet kan vergeven lijkt het wel alsof ik ook die andere zaken niet meer kan vergeven. 
Van Boosheid geobstipeerd.
Alle 'overtredingen' stapelen zich op achter dit ene incident. Ze kunnen niet weg tenzij ik het kan loslaten.
Ook de liefde lijkt hierachter te stagneren. De donker groeit, het licht moet wijken.

Het houdt mij voortdurend bezig. In mijn gedachten, in mijn gevoel. Ik proef de bitterheid keer op keer. Het vergalt al het andere in mijn leven. Als een doorn in mijn vinger die ik telkens weer tegenkom als ik ergens anders mee bezig ben. 
Mijn boosheid houdt mij gevangen. Het is een last dat ik mee sleep en die mij in alles belemmerd.

Zou dit de reden zijn dat God ons niet aanmoedigt te vergeven, maar ons verplicht om te vergeven? 
'Vergeef, dan zal je vergeven worden.' 
(Lucas 6:36)

'Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.' 
(Kolossenzen 3:13)
De laatste weken lees ik Deuteronomium. Wet na wet na wet en na elke uiteenzetting steeds opnieuw herhaalt God (vrij vertaald) 'zodat jullie gelukkig zullen zijn en alle goedheid zullen ervaren die ik voor jullie in gedachten heb'. God weet dat ik - als ik niet vergeef - niet alleen ongelukkig wordt, maar dat het ook tussen Hem en mij zal gaan instaan. 
God weet dat het oneindig veel beter is voor mij als ik vergeef en daarom gebied Hij mij te vergeven. Hij weet dat vergeven de weg opent om Zijn Liefde en Vergeving te kunnen ontvangen en ervaren. Zolang ik vasthoud aan mijn boosheid is de weg (deels) versperd. 

Mijn gevoel schreeuwt verraad, venijn, gekwetstheid, boosheid. Maar gelukkig heb ik ook nog een verstand. Vergeven begint daar - met de keuze om te vergeven. En dan, dan begint een lang proces naar loslaten en bij God laten en het niet meer opnemen, van verlost worden van de last, naar herstel en genezing.

Boosheid is een verterend vuur, maar vergeving is als regen na een periode van droogte. Ineens is er weer leven en groei mogelijk.

Foto source
Ik ben boos, maar ik kies vergeving. Met de hulp van God is alles mogelijk - dat is mijn hoop, dat is mijn vertrouwen. Het is omdat ik zo ontzettend verlang naar God's Liefde, die in mijn leven te ervaren, dat ik bereid ben te kiezen voor vergeving. Elke dag weer.


3 opmerkingen:

  1. Heb je het over mij :-)

    Dank je wel. Heel bruikbare en diepe blog.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gisterenochtend een prachtige getuigenis over vergeving gehoord van een voor jou heel bekend persoon;-)
    Sterkte hoor!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @Jedidja: was het proces maar makkelijker.
    @CJ: ja. Ik steek daar regelmatig een lichtje op als ik even niet goed weet wat ik moet. :)

    BeantwoordenVerwijderen